In Lewenborg worden veel baby’s geboren die vallen onder de kwetsbare doelgroep. Dat betekent dat er zorgen bestaan over een of meer leefgebieden binnen het gezin. Bijvoorbeeld op het gebied van financiën, relaties of taal. De eerste duizend dagen van een kind zijn cruciaal voor diens latere ontwikkeling. Zijn er in een vroeg stadium al zorgen, dan is de kans groot dat er op latere leeftijd achterstanden ontstaan.
Om kansengelijkheid te bevorderen, is begin dit jaar daarom het project Kansrijke Start Lewenborg van start gegaan. Hierin werken het WIJ-team, kinder- en jeugdzorg, maatschappelijke organisaties, kinderopvang, scholen en de gemeente samen aan een kansrijke start voor zoveel mogelijk kinderen.
Leonie Mulder is de projectleider van Kansrijke Start Lewenborg. Zij zet zich vanuit de gemeente Groningen al zes jaar in voor mensen met een kleine beurs. Zo is zij bijvoorbeeld ook projectleider van Kansrijke Start Beijum en betrokken bij de Stadjerspas. Kansrijke Start is haar op het lijf geschreven:
‘Ik heb zelf drie kinderen en weet als geen ander: de perfecte ouder bestaat niet. Er kan altijd iets misgaan en dan moet je om hulp durven en kunnen vragen. Niet iedere ouder neemt die stap. Omdat ze bijvoorbeeld bang zijn dat ze een stempel krijgen of om daarna vast te komen zitten in het systeem. Vanuit Kansrijke Start willen we op een laagdrempelige manier zo vroeg mogelijk in contact komen met ouders. Want mocht er hulp nodig zijn, dan kan dat het beste vanaf de start.’
Vertrouwensband
‘De eerste 1000 dagen van een kind zijn de belangrijkste in de ontwikkeling van een kind. Wij geloven dat investeren in de eerste levensjaren helpt om intensievere zorg in het verdere leven te voorkomen. Door er vanaf de start tot aan het tweede levensjaar bij te zijn, vergroot je de kans op een zo’n goed mogelijke start. Voor het (ongeboren) kind, maar ook van de aanstaande ouder(s).
Dit doen we onder andere met de inzet van buddy’s. Dit zijn ervaringsdeskundigen die op een laagdrempelige manier in contact staan met vader, moeder en kind. Hierdoor ontstaat een vertrouwensband, waardoor het makkelijker is hulp te bieden en te vragen. Door het regelmatige contact kan een buddy bovendien goed zien wat er in een gezin gebeurt.’
‘Naast hechting tussen ouder en kind wordt er ook gekeken naar stress bij de ouder. Dit is een belangrijke risicofactor bij de ontwikkeling van een kind. Denk daarbij bijvoorbeeld aan huiselijk geweld, relatieproblemen, verslaving, geluidsoverlast, huisvestingproblemen, schulden of werkloosheid. Door te signaleren en zo vroeg mogelijk te helpen, kun je problemen in een later stadium voorkomen.’
Aanpak op wijkniveau
Kansrijke Start Beijum is nu ongeveer anderhalf jaar bezig. De eerste stappen zijn daar al gemaakt. Maar het succes van de ene wijk wordt niet automatisch gekopieerd naar de ander. Integendeel. Leonie Mulder: ‘Wanneer het gaat om de zorg voor ouder en kind denken we vaak vanuit een bepaald hokje. We gaan ervan uit dat een methode die op een plek werkt ook ergens anders succesvol zal zijn. Zeker wanneer de data op sociaal en economisch vlak vrijwel gelijk zijn, zoals bij Lewenborg en Beijum. Maar dat is te makkelijk gedacht. Iedere wijk is anders en heeft zo haar eigen problematiek.
Binnen Kansrijke Start richten we daarom naar een aanpak op maat. Dit doen we door op wijkniveau te kijken wat er leeft en speelt en daarop onze methode te baseren. Met een kleinschalige aanpak kun je groter voorkomen. Bovendien zorg je er zo voor dat je met kennis en expertise uit de wijk werkt. Hierdoor houd je overzicht, kun je goed monitoren en hulp aanbieden op maat.’
