Wethouder Carine Bloemhoff (Onderwijs) heeft 17 februari het officiële startschot voor de Verlengde Schooldag in Beijum en Lewenborg gegeven. Tijdens de feestelijke bijeenkomst op het IKC Dom Helder Camara in Beijum overhandigde zij de nieuwe schoolcoördinatoren een plant. Symbool voor het laten groeien en bloeien van de talenten van kinderen.
Verlengde Schooldag
Doel van de Verlengde Schooldag is het ontwikkelen van een gezamenlijk programma dat alle basisschoolkinderen de kans geeft zich optimaal te ontwikkelen, met elkaar te spelen én om plezier te hebben. Alle organisaties op het gebied van jeugd en bewoners zijn of worden in Beijum en Lewenborg bij de Verlengde Schooldag betrokken. Denk daarbij aan scholen, de kinderopvang, maatschappelijke en culturele organisaties. In totaal doen elf basisscholen mee: vijf in Beijum en zes in Lewenborg.
Schoolcoördinatoren
Als eerste stap zijn nu de schoolcoördinatoren aangesteld. Zij staan voor de belangrijke taak een mooi dagprogramma voor de Verlengde schooldag te maken. Denk daarbij aan activiteiten op het gebied van sport, cultuur en techniek. Daarnaast zorgen de coördinatoren er in hun rol als aanjagers voor dat de Verlengde Schooldag en haar programma breed onder de aandacht komen te staan.
Activiteiten
Het opzetten van activiteiten gebeurt in nauwe samenwerking met scholen, maatschappelijke en culturele partners, ouders en natuurlijk de kinderen. Hierbij wordt zoveel mogelijk gekeken naar wat er al in de wijken is én waar de behoefte van de kinderen ligt. Het streven is dat voor de zomer de eerste activiteiten zijn uitgevoerd.
Fantastische kansen
Hoe het uiteindelijke programma eruit gaat zien? Kor Posthumus, projectleider van de Verlengde Schooldag in Beijum en Lewenborg: ‘Ook voor ons is dat de vraag. We zijn ervan overtuigd dat er heel veel onvermoede talenten in de wijken zijn waar we gaandeweg mee zullen kennis maken en die we in het programma kunnen integreren. De Verlengde Schooldag biedt dus fantastische kansen, voor zowel kinderen, ouders, bewoners, betrokken organisaties als ondernemers in de wijk.’