Lezen, schrijven, rekenen… Voor een kind valt er zoveel te leren. Op school, maar ook daarbuiten. Bijvoorbeeld over hoe je muziek maakt, wat een schilderij is en welke bomen en planten er allemaal groeien in de natuur. Daarom zijn in Beijum en Lewenborg begin januari elf scholen met het project Verlengde Schooldag gestart.
Doel hiervan is het ontwikkelen van een gezamenlijk programma dat alle basisschoolkinderen kansen biedt om zich optimaal te ontwikkelen, met elkaar te spelen én om plezier te hebben. Niet voor ieder kind is het gebruikelijk om op een sportclub te zitten, muziekles te volgen of om op onderzoek uit te gaan in de natuur. Omdat hun ouders daar niet bekend mee zijn, daar de middelen niet voor hebben of omdat ze simpelweg niet af weten van het bestaan. En dat is jammer. Want juist de eerste jaren van je leven zijn bij uitstek de tijd om te leren, te spelen en om te ontdekken.
Krachten versterken
Zowel in Beijum als Lewenborg zijn er al organisaties die zich op dit gebied voor kinderen inzetten. Zoals de gemeente, WIJ, Bslim en VRIJDAG. De Verlengde Schooldag is dan ook niet bedoeld om bestaande initiatieven te vervangen, maar juist om deze te versterken.
Projectleider van de Verlengde Schooldag in deze wijken is Kor Posthumus. Hij is ruim elf jaar directeur geweest van basisschool de Swoaistee en kartrekker van Lewenborg XL.
‘Met de Verlengde Schooldag willen we inzetten op de krachten in de wijk. Niet door opnieuw te beginnen, maar door al bestaande activiteiten en netwerken met elkaar te verbinden en daarnaast te kijken waar nog meer behoefte aan is.’
Naschools programma
Alle organisaties op het gebied van jeugd en bewoners zijn of worden bij de Verlengde Schooldag betrokken. Denk daarbij aan scholen, de kinderopvang, maatschappelijke en culturele organisaties. Gezamenlijk gaan zij de komende jaren werken aan een naschools programma met activiteiten op het gebied van sport, kunst, cultuur, natuur en techniek.
De ambities liggen hoog. Posthumus: ‘Ons streven is dat er rond de voorjaarsvakantie op iedere basisschool in Beijum en Lewenborg een schoolcoördinator is die zich in kan zetten voor de Verlengde Schooldag, daar lawaai voor maakt en bij wie je als ouder/ verzorger terecht kunt voor meer informatie en met vragen.’
Kennis en ervaring
De eerste stap is het ontwikkelen van een programma voor de bovenbouw. Van daaruit wordt verder gewerkt aan activiteiten voor de midden- en onderbouw. Zeker voor die laatste groep is ook de samenwerking met de kinderopvang van groot belang. ‘Daar is vaak al een activiteitenprogramma voor kinderen’, aldus Posthumus. ‘Binnen de Verlengde Schooldag willen we graag gebruik maken van die kennis en ervaring en kijken welke samenwerkingen er mogelijk zijn. Over een jaar willen we voor ieder kind een aanbod van minimaal 1,5 uur per week hebben. Dit breiden we steeds verder uit, tot we uiteindelijk ruim zes uur aan activiteiten kunnen bieden.’
Ontdekkingstocht
Hoe dat programma er precies uit gaat zien? Posthumus: ‘Ook voor ons wordt het een ontdekkingstocht. We denken nu nog heel erg traditioneel, vanuit een vast programma van activiteiten waarmee we bekend zijn. Maar we zijn ervan overtuigd dat er heel veel onvermoede talenten in de wijken zijn waar we gaandeweg mee zullen kennis maken en die we in het programma kunnen integreren. De Verlengde Schooldag biedt dus fantastische kansen, voor zowel kinderen, bewoners, betrokken organisaties als ondernemers in de wijk.’
Carine Bloemhoff (Wethouder Onderwijs):
‘Met de Verlengde Schooldag krijgen alle kinderen in het basisonderwijs, ongeacht hun afkomst of achtergrond, meer tijd naast taal en rekenen voor bijvoorbeeld bewegen, cultuur en techniek. Daarmee draagt het bij aan een toekomstbestendige ontwikkeling van de jeugd. Het is dan ook niet iets wat we als gemeente ‘even’ gaan doen, maar een meerjarig verhaal waar we in ieder geval de komende acht jaar mee aan de slag gaan. Samen met scholen, maatschappelijke en culturele partners, ouders en natuurlijk de kinderen in de wijk.’
Ciska van Aken (directeur IKC Dom Helder Camara, Beijum):
‘Het is niet meer zoals vroeger, dat je een kind opleidt tot bakker of groenteman. We weten nog niet wat de beroepen van de toekomst zijn. Voor een toekomstbestendige ontwikkeling is het daarom van belang dat kinderen de kans krijgen zich maximaal te ontplooien, met brede talenten en vaardigheden. ’
